CSY - Crime Scene onderzoek via Y-DNA

"Een laatste redmiddel bieden voor cold cases"

Vroeger dachten biologen dat er weinig te zien viel aan het mannelijk Y-chromosoom. Maar vandaag is meer dan duidelijk dat het kleine stukje DNA heel nuttig kan zijn in vastgelopen moordzaken. Met team CSY dopen wij het Y-chromosoom zelfs als "dé sleutel tot succes".

Toen Sofie Claerhout in 2015 aan haar doctoraatsonderzoek begon, was ze nog niet echt bezig met de politiek erachter. Ze was druk met leren over die wondere wetenschappelijke wereld van het Y-chromosoom, een stukje DNA dat biologen lange tijd opzij schoven als oninteressant. 'The genetic wasteland' werd het ook wel genoemd, het braakliggend terrein in het menselijk DNA waar zo goed als niets te halen viel. De rest van ons genetisch materiaal, het autosomaal DNA, kan allerlei geheimen prijsgeven over zaken als uiterlijk en gezondheid. Het is een goudmijn voor onderzoekers die bijvoorbeeld willen uitvogelen welke genetische kenmerken risico's op ziektes vergroten. Zo niet het Y-chromosoom, dat alleen iemands geslacht laat zien en van vader op zoon amper verandert. 

Maar juist dat laatste kenmerk maakt het interessant voor forensisch onderzoekers, die afgelopen decennia ontdekten dat het Y-chromosoom niet compleet honkvast is. Er sluipen tijdens het kopiëren door de generaties heen langzaam toch wat kleine, onschadelijke foutjes in. Dat heeft in verwantschapsonderzoek een sterk voordeel ten opzichte van autosomaal DNA, dat razendsnel 'verwatert'. Een man krijgt immers de helft van het DNA van zijn vader en de helft van zijn moeder, zijn zoon heeft nog maar 25 procent van opa's genen. In forensisch onderzoek vind je dus hooguit matches met nauwe familieleden, een verre achterneef deelt veel te weinig DNA met een dader om de link te kunnen leggen. Maar het Y-chromosoom van die verre achterneef is nog wél bijna hetzelfde. Vind je in dat geval een match, dan kun je de familiestamboom van die achterneef induiken om dichterbij de dader te komen.


Klik op de afbeelding om de wetenschappelijke samenvatting van dr. Sofie Claerhout haar doctoraat te lezen


De foutjes of mutaties in het Y-chromosoom maken het mogelijk om aan verwantschapsonderzoek te doen. Zo kan men op basis van snelle mutaties (Y-STRs of 'Short Tandem Repeats') snel zien of iemand familie is van de dader. Aan de hand van heel trage mutaties (Y-SNPs of 'Single Nucleotide Polymorfisms') kunnen we langs de andere kant de evolutie bestuderen en achterhalen of hun voorouders lang bij elkaar zijn gebleven. Deze evolutionaire mutaties zorgen ervoor dat we een stamboom kunnen opmaken van alle mannen die op deze wereld rondlopen. Het brengt ons 300.000 jaar terug in de tijd naar onze eerste voorouder 'Y-adam'. 

CSY noemen we het, met een knipoog naar de misdaadserie CSI, staat het voor 'Crime Scene onderzoek via het Y-DNA'. Als forensisch geneticus aan de KU Leuven ontwikkelen we met CSY technieken die de analyse van het Y-chromosoom uit DNA-stalen verbetert en versnelt. 

Maar. Er is een grote maar. In eigen land kan CSY nog niet in de praktijk aan de slag. Sofie: "Dat is enorm frustrerend. Dus ik heb het mijn missie gemaakt ervoor te zorgen dat grootschalig verwantschapsonderzoek in België ook mag". Haar wens lijkt binnen handbereik, het parlement moet alleen nog instemmen. Team CSY weet al welke zaak ze als eerste zouden willen oppakken, namelijk die van Ingrid Caeckaert. Deze twintiger werd in 1991 met 62 messteken omgebracht in de hal van haar appartement in Knokke-Heist. De zaak zit muurvast, maar er zijn goede DNA-sporen gevonden op het plaats delict. CSY weet daar wel raad mee, en er is haast, want de ouders zijn inmiddels in de tachtig. Sofie: "Ik heb contact met hen en weet dat ze graag antwoorden krijgen voordat ze sterven. Dat is voor mij dé drijfveer om hier in de media en politiek hard achteraan te gaan."