#1 - Wat is DNA?
Desoxyribonucleïnezuur, of kortweg DNA, is een van de belangrijkste elementen die verborgen zit in de cellen van alle organismen. Een volwassen mens heeft rond de 30 biljoen of voluit 30.000.000.000.000 cellen. Deze cellen vormen de basis van alles wat er in je lichaam zit. Er bestaan veel verschillende soorten cellen: bloedcellen, huidcellen, zenuwcellen, spiercellen, kraakbeencellen, wangslijmvliescellen, botcellen, dekcellen, enzovoort. Cellen hebben een eigen bouw en functie, en daarnaast houden ze een DNA-kopietje opgeslaan in hun celkern.
DNA is de belangrijkste drager van erfelijke informatie, een soort lange, persoonsgebonden barcode. DNA heeft de vorm van een dubbele helix bestaande uit een heel lange en unieke sequentie van vier verschillende letters of nucleotiden: adenine (A), thymine (T), cytosine (C) en guanine (G). DNA is de informatiebron voor opbouw, structuur en onderhoud van het organisme.
Figuur 1.1: In elke celkern van het lichaam zit een kopietje van uw volledige DNA code
DNA is heel compact aanwezig in onze cellen onder de vorm van verschillende chromosomen. De mens bezit in totaal 23 paar chromosomen die kunnen worden opgedeeld in 22 autosomale chromosoom-paren en één geslachtschromosoom-paar. De vrouw beschikt over twee gelijke geslachtschromosomen, bestaande uit 2 X-chromosomen (XX), terwijl de man beschikt over een X-chromosoom en een kleiner Y-chromosoom (XY).
Figuur 1.2: De volledige DNA code zit in de celkern opgerold in de vorm van 22 autosomale chromosoom-paren en 1 geslachtschromosoom-paar ( jongens: XY, meisjes: XX ).
DNA is net zoals een lange barcode die ervoor zorgt wie je bent en hoe je eruit ziet. De volgorde van de vier letters van onze DNA code bepaalt veel: oogkleur, haarkleur, lengte, ... DNA is persoonsgebonden en een unieke combinatie van het DNA van je biologische ouders (de helft van je vader, de andere helft van je moeder).
De verschillende chromosomen zijn op hun beurt onderverdeeld in meerdere genen. Een gen codeert een specifieke erfelijke eigenschap. Voor elk gen erf je dus telkens twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Die kopieën worden ook wel allelen genoemd. Bij overerving van twee identieke allelen spreekt men van een homozygoot, terwijl bij twee verschillende allelen het een heterozygoot wordt genoemd.
Figuur 1.3: Jouw DNA code bestaat uit de helft van het DNA van je vader en de helft van het DNA van je moeder.
- Lees verder over de geslachtschromosomen (blogpost #2)
- Bekijk hieronder "Wat is DNA?" - wetenSNAP in 90 seconden // Universiteit van Vlaanderen